Placing something in boiling water for just a few minutes before removing it and placing it in cold water. This procedure allows vegetables to keep their colors and helps make tomatoes and fruits easy to peel.
To blanch an ingredient, bring lightly salted water to a boil in a large pan.
Only when the water is boiling, add the ingredient (e.g. vegetables).
Let everything come back to a running boil and keep the temperature for 1 to 2 minutes (depending on the size of the pieces).
Drain everything at once in a strain under cold running water.
Because of the rapid cooling, the cooking process is stopped immediately and the ingredient remains crispy.
Cooling under cold running water is a fundamental part of the blanching process.
Blanched vegetables are not raw anymore, but still taste crispy and fresh.
Sometimes this procedure is used to purify ingredients from impurities. E.g. bones from which one wants to remove the blood before making it into a stock.
Nederlands
Om een ingrediënt te blancheren breng je lichtgezouten koud water aan de kook in een ruime pan.
Pas wanneer het water kookt voeg je het ingrediënt (bvb groenten) toe.
Laat alles terug aan de kook komen en laat dan 1 à 2 minuten (afhankelijk van de grootte van de stukjes) doorkoken.
Giet daarna alles in één keer af in een zeef en onder koud stromend water.
Door de snelle afkoeling wordt het gaarproces onmiddellijk gestopt en blijft het ingrediënt, bvb erwtjes, knapperig.
Het laten ‘schrikken‘ onder koud stromend water hoort fundamenteel bij het blancheren.
Geblancheerde groenten zijn net niet rauw meer, maar proeven wel nog knapperig en fris.
Soms wordt blancheren gebruikt om ingrediënten te zuiveren van onreinheden. Bvb beenderen waarvan men het bloed wil verwijderen alvorens er fond van te maken.
Leave a Reply